De oudere kat - D.A.P NOORD WEST FRIESLAND
502
page-template-default,page,page-id-502,page-child,parent-pageid-526,qode-quick-links-1.0,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,qode-theme-ver-11.1,qode-theme-bridge,wpb-js-composer js-comp-ver-5.1.1,vc_responsive

Onze katten worden gemiddeld steeds ouder. Dit betekent dat we steeds meer rekening moeten gaan houden met specifieke ouderdomskwaaltjes. Door het zo vroeg mogelijk signaleren van kwaaltjes en veranderingen in het gedrag van uw huisdier, kunt u uw kat zo lang mogelijk fit en gezond houden. Bovendien kan vroegtijdige diagnose van leeftijdsgebonden ziekten en juiste behandeling hiervan de levensduur van uw huisdier aanzienlijk verlengen.

Wanneer is uw kat oud?

Veel functies van het lichaam beginnen minder te worden wanneer 2/3 van de verwachte levensduur achter de rug is. Gemiddeld zal dit voor de kat op ongeveer 8 jaar leeftijd zijn.

Welke veranderingen treden op bij de oudere kat?

Gewrichten Tijdens het normale verouderingsproces doen zich veranderingen in het gewrichtskraakbeen voor die kunnen leiden tot artrose. Stram lopen, minder spelen, niet meer de trap opgaan en moeite met springen kunnen hiervan verschijnselen zijn. Vaak wordt artrose gezien als een kwaal die “hoort” bij het ouder worden. Toch kan behandeling van artrose het leven van uw kat een stuk aangenamer maken.   Orgaanfuncties Diverse orgaanfuncties gaan op oudere leeftijd achteruit. We zien regelmatig braken, obstipatie of diarree omdat het maagdarmkanaal niet meer optimaal functioneert.
Suikerziekte is ook een vaak voorkomende kwaal bij de oudere kat, m.n. als er ook sprake is van overgewicht.
Een te snel werkende schildklier en/of nierinsufficiëntie zien we ook regelmatig bij de oudere kat. Daarnaast krijgt 1 op de 4 katten te maken met een hartaandoening.

Door regelmatige controle van uw huisdier en eventueel een preventief bloed- en urineonderzoek kunnen we bovenstaande aandoeningen snel diagnosticeren en indien nodig direct behandelen.

Voor al deze kwalen geldt: hoe eerder de diagnose, hoe beter de levensverwachting!

Gebit Oudere dieren zijn extra gevoelig voor gebitsproblemen. Deze beginnen vaak met tandplak en tandsteen. Indien dit niet tijdig behandeld wordt, kunnen ontstekingen ontstaan en tanden en kiezen verloren gaan. Uiteindelijk kunnen gebitsproblemen zelfs negatieve gevolgen hebben voor het hart, de lever en de nieren.

Tumoren Goedaardige en kwaadaardige tumoren komen ook bij huisdieren voor. Door een vroegtijdige diagnose kunnen deze steeds vaker succesvol behandeld worden. Als de ziekte te ver gevorderd is, is regelmatige controle noodzakelijk om te zorgen dat uw huisdier een zo fijn mogelijk leven houdt met zo min mogelijk pijn.

Zintuigen Ook de zintuigen gaan minder goed functioneren. Door staar gaat het zichtvermogen achteruit. Ook het gehoor, de reuk en de smaak worden vaak minder. Verder kunnen katten last krijgen van vergeetachtigheid, angstig gedrag of onzekerheid.